Selamat Datang di Indonesia - Reisverslag uit Sumatra, Indonesië van Kelly Bronsveld - WaarBenJij.nu Selamat Datang di Indonesia - Reisverslag uit Sumatra, Indonesië van Kelly Bronsveld - WaarBenJij.nu

Selamat Datang di Indonesia

Blijf op de hoogte en volg Kelly

13 Mei 2014 | Indonesië, Sumatra

De dag van vertrek uit Australië is aangebroken. Na zeven weken hier te zijn geweest is het nu tijd voor een nieuw en vooral ander avontuur. Wij verlaten de Westerse wereld en betreden het land der Aziaten. Gelukkig komen we er op tijd achter dat onze vlucht 2,5 uur eerder vertrekt dan wij in gedachten hadden. Dit zorgt natuurlijk wel voor wat last minute aankopen, om die ene lekkere en goedkope bodylotion te kopen bijvoorbeeld, en om in het laatste halfuurtje nog eten te moeten maken met de laatste boodschappen. Hierbij probeer ik een kokosnoot te hakken wat met mijn muizenkracht uiteraard een grote grap is en laat Cleo in de keuken nog even de volle oliefles vallen. Tja. Gelukkig kan de eigenaar ons een lift geven naar het vliegveld en zo zitten wij een paar uur later in het vliegtuig.

Ik zit naast een Italiaan die niet al te charmant een dutje doet. Verder duurt het naar mijn idee maar lang allemaal. Als we eenmaal buiten staan is de eerste cultuurshock binnengekomen. Wat een hitte, wat een mensen, wat een chaos. We hoeven ons niet druk te maken of we wel bij ons hotel zullen aankomen, want wat taxi’s betreft is de keuze reuze. Ze willen allemaal dat we bij ze instappen en voor maar (omgerekend) €4,20 worden wij voor de deur afgezet. We dineren voor nog minder dan €3,00 en kijken hierbij onze ogen uit. Dit zijn heel wat andere prijzen dan dat we de afgelopen maanden gewend zijn. Maar dan is het echt bedtijd, want voor mij staat er de volgende dag wat leuks te wachten!
Op 23 april is het dan zover. Vanavond gaan wij Wouter ophalen van het vliegveld die ons voor 17 dagen zal vergezellen! Maar eerst zorgen wij ervoor dat we in het volgende hotel beland zijn, onze spullen daar hebben neergezet, een kijkje hebben genomen in de stad, en, wacht.. dat is niet zomaar een ‘kijkje’. Dit is een hele kijk. Want wat hier over de weg hobbelt, scootert, rijdt en loopt, daar moet je even de tijd voor nemen om het te kunnen opnemen. Auto’s, heel veel scooters, paarden, overvolle busjes, je ziet het allemaal voorbij komen in de grootste verkeerschaos die ik ooit heb gezien. Stoplichten zijn er wel, in beperkte aantallen, maar die staan er meer voor spek en bonen geloof ik. Zolang het (net aan) past, gaat en rijdt het allemaal. Het is ongelooflijk. Uit alle hoeken, gaten en straten wordt er aan je gevraagd of je een massage, een souvenir, een taxi of een ander soort transport wilt. Na een paar keer lief gelachen te hebben en toch ook een paar keer duidelijk ‘nee’ hebben moeten zeggen probeer ik maar gewoon te lopen zonder iemand aan te kijken in de hoop dat ze niets van mij verwachten. Na deze ontdekkingen pakken wij onze handdoek en kunnen nog een uurtje aan het strand liggen voordat we richting het vliegveld gaan.
Dusssss… staan wij natuurlijk veel te vroeg op het vliegveld om mijn vriendje op te halen! Na lang wachten mag ik hem dan eindelijk weer knuffelen :) Met zijn drietjes eten we en dan voor het eerst moeten Cleo en ik afscheid nemen voor de nacht, want voor even heb ik een andere kamergenoot.

De volgende dag hebben we alle drie lekker uitgeslapen, ontbijten we met rijst en kip en plannen we een stranddagje in. Bij een heel lekker restaurantje eten wij die avond, waarna wij nog even wat shoppen en dan weer het bedje induiken.
Op 25 april gaat de wekker vroeg, moeten we gehaast ontbijten, maar zitten we even later in de taxi bij meneer Gusti op weg naar Ubud, waar wij ons eerste uitstapje hebben bij de Olifantentempel. Het is warm, het zweet gutst van de lijven dus we hebben nog geluk dat de zon niet volop schijnt. Omdat Wouter en ik allebei blote benen hadden moesten wij bij binnenkomst een Sarong dragen, een soort omslagdoek dat je benen bedekt, uit respect voor het geloof. Het enige beetje koelte wordt dus ook bedekt. Maar ja, als dat alles is… We lopen langs een vrouwtje dat iets met wierook aan het doen was, dus nieuwsgierig als wij zijn nemen wij een kijkje en worden meteen gezegend met een of ander goedje en rijst op het voorhoofd en de hals. Waar het ook goed voor moge zijn, ook hier moesten we achteraf een donatie doen, dus hopelijk zijn we nu voor de komende tijd weer rein.
Het volgende uitje was de Monkey Farm. Het zal jullie vast niet verbazen dat hier alleen maar aapjes te zien waren. In alle soorten en maten, maar vooral brutaal. Eentje heeft zelfs in de sjaal van Cleo gehangen. Na deze gekkigheid zijn we door het ‘Ayam Kampung’ (kippendorpje) gereden onderweg naar de Sawa’s, oftewel de rijstvelden! Deze schijnen de meest bekende en grootste te zijn van de wereld, en staan dan ook op de werelderfgoed lijst van Unesco. Helaas was het wat bewolkt, maar het was alsnog mooi om te zien, ook om de lokale bevolking daar aan het werk te zien.
Hierna was het de bedoeling om nog naar de vlindertuin te gaan, maar helaas, de vlinders waren al in een diepe slaap. Ik maak geen grapje, dat werd ons bij aankomst verteld. Dus toen zijn we doorgereden naar Tanah Lot, waar het prachtig schijnt te zijn bij zonsondergang. Maar omdat het dus niet erg zonnig was geweest en het te bewolkt was, was ook dit uitstapje helaas niet een succes ,en zijn we teruggereden naar Kuta, wat ongeveer 2 uur heeft geduurd door de spits! We eten sushi om deze dag af te sluiten, doen een kaartspelletje en dan is het weer op naar bed.
De volgende dag plannen wij een hangdagje in. Uitgeslapen shoppen we wat, maar gaan al gauw terug naar het hotel waar Wout een paar uurtjes slaapt, Clep terug het stadje in gaat en ik lekker op het balkonnetje zit. We dineren heerlijk en gaan daarna alle marktjes af, waarbij zowel Wout als Cleo slagen voor een (sport)tas. Onder het genot van wat Aziatische muziek vermaken wij ons prima met weer wat kaarten en een drankje en zorgt Cleo nog voor wat speciale muziek door middel van te blazen in wat lege flesjes. Het is weer met dikke pret naar bed!

De laatste dag in Kuta brengen wij door op het strand, maar oh wat is het warm! Als elke zweetdruppel goud waard was geweest hoefde ik nooit meer te werken. Om 15:00 uur staat er een afspraak met Gusti, onze (eigen) chauffeur om ons te brengen naar de zilverwinkel, waar we zo’n 2 uur verblijven en waar Wout het een en ander inslaat voor zijn broers en hemzelf. Vervolgens hebben we lekker op straat iets gegeten en zijn we naar een Balinese dansvoorstelling geweest. Dit was weer lachen geblazen. Gelukkig hadden we in het Engels een kleine handleiding erbij waarover de ‘dans’ ging.

Vandaag gaan we naar Sanur. We verblijven in een mooi hotel en de kamers zijn dan ook, op wat typisch Indonesische mankementen na, best luxe. We hebben verderop geluncht en zijn toen naar het strand gegaan. Hier werden zowel Cleo als ik geïnterviewd voor een schoolopdracht van Indonesische kinderen. Ik voel me net een filmster, al weet ik niet zo goed of dat wat voor mij is. We eten bij het Sunrise Restaurant met op de achtergrond Bob Marley. Het zal eens niet, die man is ook overal ter wereld. En dat mogen wij zeker zeggen, aangezien we hem dan ook echt op elke bestemming wel zo’n beetje langs horen komen! En wilden we na het eten dan eindelijk ingaan op al die aanbiedingen voor een massage, zitten ze vol! Dan morgen maar.
Een andere amusante gebeurtenis is dat er tijdens het wachten op de stoplichten een muziekje uit de speakers van de stoplichten komt. Dat heb ik nog nooit gezien. Zouden ze in Nederland ook moeten doen! Maakt het wachten een stuk leuker.

Het is weer tijd voor een stranddag. Wout en ik drinken met de billen bloot melk uit de kokosnoot! Als we even later met zijn drietjes eindelijk lekker liggen, schrik ik op van Wout die plotseling overeind komt. Wat blijkt, meneer heeft een paar zandkorrels op zijn elleboog zitten. Ja, dat ligt natuurlijk ook helemaal niet lekker.
Na het eten hebben we dan eindelijk onze massage. Cleo en Wout hebben een rug- en schoudermassage en ik krijg een hoofd- en schoudermassage. Zij mogen allebei naar een apart hokje, en ik moet helaas ongeveer in de vitrine zitten. Ik voel me net een paspop. Na een halfuur zijn we alle drie klaar voor de schoudermassage, en is het de bedoeling dat we alle drie naast elkaar zitten, waar ik natuurlijk weer moeite had om mijn lachen in te houden. Als we helemaal zen zijn stappen we uit de massagesalon, gaat Wout nog even voor mij op muggenjacht en is het weer tijd om te slapen met een paar muggen minder.
De volgende dag staan we zeer vroeg op, moeten we haasten om ontbijt te regelen, worden we uiteindelijk een dik halfuur te laat opgehaald (zonde van de extra slaaptijd), checken we uit en rijden we in een hobbelend en veel te heet busje weg om onze reis te vervolgen naar Gili Trawangan! Bij de haven aangekomen is het allemaal een ongeregeld zootje. We weten niet waar we naartoe moeten en de uitleg hierover gaat moeizaam. Als we uiteindelijk de boot willen instappen voelt het even alsof ik weer in Nederland ben. Iedereen dringt en doet zijn best om vooraan te staan, bang om geen plekje te hebben. Iets met sardientjes en een blik, zo voel ik me. Gelukkig is er in de boot wel airco, en heeft toch zomaar iedereen een plekje!

Als we aankomen zien we het al: dit eiland is exotisch, het is zo mooi! Dit plaatje hadden wij eigenlijk in ons hoofd toen we aan Bali dachten, maar het moest iets langer duren om dit plaatje te verwezenlijken. Er rijden hier geen scooters, geen auto’s, geen bussen. De paarden zijn hier – excusez le mot – ‘de lul’. Ik vind het zielig, die arme beesten moeten heel wat gewichten dragen en dat met zo’n 35 graden Celsius. Daarbij is het nog best eng ook, om in zo’n karretje achter het paard te zitten, want asfaltweggetjes kun je hier wel vergeten.
Bij het ‘hotel’ (lees: hutjes) worden wij ontvangen door twee broers die rustig een jointje opsteken bij het wijzen van onze kamers. Een receptie is er niet, dus het contante geld wordt zo in het handje gegeven. Of wij weten of dit aan de juiste persoon is, daar zullen wij helaas nooit achterkomen, maar ach, dat is deel van het avontuur laten we maar zeggen!
We slapen dus in een soort hutje, wat ik wel leuk vind. De badkamer is open van de bovenkant, dus je kijkt zo de blauwe lucht in. We gaan snel wat lunchen en chillen verder op het oh zo mooie strand. Iets met een loungemuziekje, een zonnetje, een vol buikje en een goed leven.
Op de eerste dag van mei verlaat Wout al vroeg het bedje om te gaan duiken! Ik daarentegen blijf nog lekker liggen en ga wat later met Cleo ontbijten. Als we ons even later op het strand manoeuvreren, komt er een jongen naar ons toelopen met de vraag of hij zijn spullen even bij ons mag droppen. Natuurlijk, en als hij even later terugkomt blijkt hij Charley te heten en uit Colorado te komen. Aangezien ik net wilde gaan snorkelen en hij daarvan net terugkwam en daarbij een schildpad had gezien, is hij met mij nog meegegaan om de desbetreffende plek te laten zien, en ja hoor! Een grote mooie schildpad zwemt gezellig onder mij en komt even later zelfs even gedag zeggen met zijn kopje boven zee! Erg attent. Als we even later terugkomen is Wout inmiddels terug van het duiken. Hij heeft helaas geen mantra’s gezien, en aangezien hij ook nog nooit met duiken een schildpad heeft gezien hoop ik van harte dat meneer de schildpad op dezelfde plek is blijven hangen, zodat ik hem even later meeneem bij het snorkelen. Ook dit keer hebben we geluk, dat was leuk! Helaas haal ik me alleen nog open aan het koraal en wordt Wout gebeten door een kwal, maar het was het weer waard!

Hierna gaat Cleo even skypen met haar jarige papa, en gaan we daarna douchen en omkleden en is het tijd voor een zonsondergang aan de andere kant van het eiland. Helaas hebben we wat betreft zonsondergangen weer geen geluk. Net teveel wolken, maar het uitzicht blijft nog steeds heel mooi en het avondrood is ook zeker goed te zien, dus genoeg om op de foto te zetten! De jongen van het ‘hotel’ leidt ons rond om het eiland en zo zien wij het hele eiland binnen 2 uur. Wel moeten we hem nog even duidelijk maken dat ‘lekkerkontje’ niet ‘mooi’ betekent, wat hem wel is aangeleerd. En hij het maar vreemd vinden dat niet iedereen het kon waarderen wanneer hij dit tegen Nederlanders zei, haha! Na dan eindelijk (een pizza) te hebben gegeten is het voor ons weer bedtijd.
De volgende dag is het dan helaas alweer zover om dit mooie eiland te moeten verlaten. Achteraf gezien hadden we hier nog makkelijk een week kunnen zitten, maar ja, als hadden komt is hebben te laat en moeten wij het doen met de momenten van de afgelopen 2 dagen.
Na het ontbijt zijn wij onze eigen pakezels en bikkels als wij zijn lopen wij het hele stuk van het ‘hotel’ naar de haven, met backpacks, in de volle zon.
De boot arriveert een uur te laat, en het feit dat de airco het achterin de boot het niet doet, maakt mijn humeur er niet veel beter op. Ik word niet goed van de hitte en moet naar buiten, het dek op dan maar. Met de warme wind moet ik het doen, en lief als ze zijn komen zowel Cleo als Wout even een kijkje nemen.

Als we dan eindelijk aan land zijn duurt het nog even voordat we in een busje zitten, maar ook dit is een grote grap. Tassen en mensen worden op elkaar gestapeld om het zo goed mogelijk te laten passen. Als ik eenmaal half op een stoel zit en half ernaast duurt het nog even voor we gaan. Als we eindelijk 5 minuten rijden moeten we opeens weer terug. Iemand schijnt zijn tas vergeten te zijn, want er wordt nog een tas in het al veel te volle busje gestopt. Een uur later stoppen we dus weer zomaar langs de kant van de weg, niemand weet waarom, en na 10 minuten wachten komt de vrouw aangereden van wie blijkbaar de tas was. Zowel naar de chauffeur als naar ons kan er geen bedankje vanaf. De cultuur hier blijft me steeds opnieuw weer verbazen. Heel toevallig stoppen we even later bij een hotel die we al op het oog hadden, niet wetende dat het busje hier ook zou stoppen. Gelukkig hebben ze nog twee kamers en hoeven we niet verder! We eten daarna weer lekker goedkoop op straat en gaan nog even los in de supermarkt. We boeken een hotel voor in Yogyakarta en proberen vroeg te slapen, maar wanneer je weet dat de wekker weer om 04:30 uur gaat, is het op de een of andere manier toch lastig om gelijk te kunnen slapen. De airco stopt er ook nog mee, maar na afgekeken te hebben van een hotelmedewerker weet ik dat ik nu de stoppen even moet omzetten, en kunnen we verder met onze slaappogingen.

Wanneer we de volgende ochtend hebben gedoucht ben ik toch redelijk wakker en is het op naar het vliegveld. Als we daar aankomen staat er gelijk een mannetje klaar om ons wagentje te duwen, maar aangezien ze hier overal geld voor vragen en we dat inmiddels meer dan doorhebben proberen we hem zsm weer af te wimpelen, en wanneer hij dan ook om zijn geld vraagt is het deze keer dan ook dikke pech voor hem. Al met al was het een korte vlucht en komen we om 09:00 uur al aan in Yogyakarta. Dit keer is het dikke pech voor ons, want we kunnen pas om 14:00 uur inchecken. Als Cleo in de lobby blijft, gaan Wout en ik alvast de stad verkennen. Er wordt een paar keer gevraagd of we op ‘honeymoon’ zijn, maar nee. Even later worden we ongeveer meegesleurd naar een kunst expositie, waar er uiteraard vanuit gegaan wordt dat je iets koopt. Er wordt thee aangeboden die wij afslaan, en vervolgens krijgen we een hele uitleg over hoe de schilderijen worden gemaakt met behulp van wax en welk effect het zonlicht heeft en ga zo maar door. Vooral Wout vindt dit onwijs interessant en zou graag nog een paar uur willen blijven. Haha, nee. We vinden het allebei wel genoeg voor vandaag en sneaken er snel tussenuit. Godzijdank kunnen we als we om 13:00 uur terugkomen inchecken en Cleo blijkt gewoon al lekker zijn te gaan slapen! Ook wij volgen dit uitstekende plan en zo worden wij een paar uur later allemaal wakker, en wat blijkt: mijn vriendinnetje Lianne zit met haar vriendje Donnely letterlijk een paar honderd meter van ons vandaan! Omdat we dit natuurlijk niet voorbij kunnen laten gaan, spreken we af om met zijn allen te gaan eten in een restaurantje tegenover hun hotel. Het was gek om ze hier te zien, maar super leuk!!!

Op 4 april lopen wij al zwetend naar ons eerste uitstapje in Yogyakarta. De Prambanan, oftewel de grootste tempel van Indonesië. Dit zijn eigenlijk meer allemaal kleinere tempels bij elkaar, en met behulp van wat blauwe lucht staat het er allemaal mooi bij. Helaas zijn veel tempels in elkaar gestort wat er een beetje triestig uitziet, maar dat maakt de andere tempels niet minder mooi. Door de hitte en het lopen knorren onze magen en na de dagelijkse portie rijst gaan we weer terug. We stappen een halte eerder uit bij het vrijheidsbeeld. Dat is wel een beetje gek, want dit gaat ook over onze eigen geschiedenis natuurlijk. Sinds 1949 is Indonesië vrij van Nederland. Na een paar fotootjes lopen we terug via allemaal marktjes wat er heel gezellie uitziet. Als Cleo een powernapje doet lopen Wout en ik naar het winkelcentrum om voor (bijna) de hele familie polo’s in te slaan. Het thuisfront wordt in ieder geval zeker niet overgeslagen! Terug in het hotel bel ik een halfuur lachend met vriendinnetje Lot en is het daarna weer tijd voor slecht en vet voedsel van de Mac.

De volgende dag staat de andere tempel op de planning: Borobodur. Helaas geen goedkope busrit dit keer, maar een taxi, aangezien deze tempel buiten de stad ligt. De zon is niet te stoppen en opnieuw is het bloedgeslagen heet en voordat we überhaupt iets hebben gedaan zitten we alweer te baden in het zweet. We hebben wel geluk, want met onze studentenkaarten hebben we weer geluk om niet de volle mep te hoeven betalen. En dat terwijl we geen studenten meer zijn. Borobodur is mooi, maar is een hele klim wil je echt op de tempel zelf komen. Treden zo hoog als mijn knieën zorgen ervoor dat ik zulke grote stappen moet maken dat ik me net een lilliputter voel. Maar voordat ik aan dat avontuur begin moet ik eerst nog even op de foto met een hele Aziatische familie. Dit gebeurt nog een paar keer, en voordat ik me straks nog écht beroemd ga voelen stap ik snel de trap op, waar Wout en Cleo al bijna boven zijn. Als we eenmaal hijgend en puffend boven zijn aangekomen doen we bij de buddha’s in een bel een wens. Dat schijnt namelijk te mogen, als je de buddha in de bel kunt aanraken. En omdat je van elke kans om een wens te mogen doen gebruik moet maken, wensen wij. Nooit teveel natuurlijk, want dat brengt ongeluk, aldus mijn eigen wijsheid. Eenmaal compleet rood aangelopen kopen wij wat souvenirtjes voor onszelf, iets waar ik minder goed in ben, en is het weer tijd voor, jawel, rijst.
Nadat meneer de taxichauffeur ons terug heeft gebracht kopen wij iets waar we al heel lang naar uitkijken: een frozen yoghurt ijsje. Als we als topping voor kitkat kiezen, geloven wij onze ogen niet als we deze vervolgens nog in het papier bij ons ijsje krijgen. Ja, dat kan natuurlijk ook.

Na onze ‘teambespreking’ in het hotel vallen Wout en ik met kleren en al in slaap, en worden wij om 01:00 uur weer wakker. Oeps. Na de tandjes gepoetst te hebben slapen we dan maar weer rustig verder.
De volgende dag checken we uit, we hebben besloten naar een ander hotel toe te gaan dat wel een zwembad heeft, daar zijn we namelijk echt aan toe. Uiteraard moet er eerst nog wat geshopt worden, want stel je voor dat ze daar geen winkels in de buurt hebben! Het andere hotel is mooi en sfeervol en ja, ook hier zit er een grote shoppingmall in de buurt. Gelukkig. We lunchen daar en worden weer veel aangestaard en uitgelachen. We relaxen daarna lekker op de kamers en ’s avonds willen Cleo en ik wat eten halen, en we worden weer bekeken alsof we naakt door de straten lopen. Ik kijk dan ook regelmatig naar mezelf of ik niet toevallig iets vergeten ben aan te doen, maar nee. Opeens staan we voor een sushi restaurant. En wat voor één… Alsof onze wensen gehoord zijn staren we elkaar aan alsof we zojuist de staatsloterij hebben gewonnen. En voor we het weten staan we weer buiten met een ‘take away’ tasje gevuld met verse sushi, en moeten we om onszelf lachen om het feit hoe blij we hiermee zijn. Aan Wout hadden we rijst met kip beloofd, dus als twee stoute meisjes lopen we de kamer binnen met het nieuws dat we wel rijst hebben, maar op een iets andere manier verwerkt. Gelukkig vindt hij het niet erg en smullen we van onze sushi. Wat een verwennerij! Als we hierna nog wat gaan kaarten en alleen Wout nog maar kan winnen, vind ik het wel weer genoeg geweest voor vandaag.

De volgende dag bestaat vooral uit hangen bij het zwembad, bestellen we voor het eerst van mijn leven roomservice, en worden we van een afstand getrakteerd door de ouders van Wout, waarbij wij natuurlijk kiezen voor het sushi restaurant! De dag erna ziet er niet heel anders uit en is het vooral wachten tot we met de trein naar Jakarta zullen reizen. We kopen het duurste kaartje zodat we de nacht zo goed mogelijk kunnen doorbrengen, maar als blijkt dat we al achter een niet zo fris ruikende Indo’er zitten begint de reis al goed. Ik krijg ook nog eens heftige keelpijn, maar na heel wat slaapposities kunnen we toch nog wat slapen. Na deze vermoeiende treinreis gaan we op zoek naar een taxi die ons kan brengen naar het hotel. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, want deze meneer kan het hotel niet vinden, waardoor we minstens een uur in de taxi zitten. Ook bij het hotel aangekomen gaat niet alles zoals gepland. We hebben de verkeerde datum ingevuld, namelijk die van gisteren. Ik kan niet meer praten van de pijn en laat de rest aan Wout en Cleo over, die verder proberen te communiceren met handen en voeten. Ik vind het maar lastig. Door mijn opgezette keel, het gebrekkige Engels van de lokale bevolking en vermoeidheid hou ik het voor gezien en duik ik even later in bed. Als we om 14:00 uur weer wakker worden voel ik me nog steeds zwak, moe en lamlendig. Cleo is ook weer gaan slapen, maar omdat het Wout zijn laatste dag is wil ik wel nog iets leuks doen. Dus met zijn tweetjes gaan we op zoek naar een taxi maar weer weet niemand waar we het over hebben als we het over het één na grootste plein ter wereld hebben. Schiet mij maar lek.

Terug bij het hotel vragen we dan maar om een taxi en nadat we een halfuur hebben gewacht kunnen we dan eindelijk gaan. Ook deze man heeft wat aanwijzingen nodig, maar godzijdank snapt hij het uiteindelijk. Eenmaal bij de ‘Monas’ (nationaal monument) aangekomen blijven we hier even zitten en maken een paar fotootjes. We lopen een ‘rondje’ om het plein en gaan dan weer terug naar het treinstation om maar weer een taxi te zoeken, waar ze zo ongeveer bijna ruzie krijgen om wie ons moet brengen, want again: niemand heeft ooit van ons hotel gehoord. Als ze iemand te pakken krijgen die het hotel schijnt de kennen, is ook dit weer een grote grap. Meneer rijdt maar liefst 100 rondjes en totaal de verkeerde kant op, dus na een tijdje zijn we het zat dat Wouter voorin is gaan zitten en met de navigatie op zijn telefoon meneer maar de weg heeft moeten wijzen. Ik vraag me af waarom er überhaupt nog taxi’s zijn hier als niemand de weg weet. Maar goed: we zijn er. Deze mafkees wil ook nog eens de hoofdprijs voor deze rit, maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren. De afgesproken prijs kan hij krijgen en daar moet hij het mee doen.
Op de kamer bestellen we eten en met zijn drietjes eten we snel iets en is het bedtijd.

De volgende dag verlaten wij niet al te treurig deze stad en gaan naar het hotel dat dicht bij het vliegveld zit. Hier neemt Wout nog een douche, spelen we een laatste spelletje en dan is het helaas echt tijd om afscheid te nemen, want Wout vliegt weer terug naar Nederland. Het is fijn dat ik wat spullen aan hem kan meegeven uit mijn backpack. Ook Harry is hem hier erg dankbaar voor, want het scheelt al heel wat qua gewicht. Als we Wout helemaal hebben uitgezwaaid is het weer just the two of us. We eten wat troost sushi en boeken een ticket voor de volgende dag, want Jakarta is niet helemaal ons ding. Sumatra wordt de volgende bestemming, en zo zitten wij de volgende ochtend in het vliegtuig, om precies te zijn voor de zesde keer deze reis.

Bij deze beloof ik plechtig om iets sneller mijn blogs te plaatsen, zodat het niet meer hele boekwerken zijn om te kunnen lezen.

Selamat Siam, en een hele dikke extra kus voor mijn zuster die vandaag begint met haar eindexamens! xxxxxxxxx

  • 14 Mei 2014 - 09:47

    Wil Warnars:

    Zo Kelly........dat was weer een mooi verhaal met al jullie avonturen.
    Voor mij kan het niet lang genoeg zijn, want je schrijft geweldig.
    Geniet lekker verder en groetjes
    Kus

  • 14 Mei 2014 - 10:18

    Hans Warnars:

    Ik vind het super leuk om zo'n lang verhaal te lezen. Bij het lezen van je verhaal hoop ik als jullie straks thuis komen met vele mooie foto's. Als je thuis een selectie van de foto's hebt gemaakt wil ik met liefde
    de beelden bewerken met photoshop. Meiden blijf genieten en nog heel veel plezier.
    Kus Hans.

  • 15 Mei 2014 - 13:48

    Agnes Stadler:

    Lieve meiden,

    Was weer heerlijk om jullie avonturen te lezen!
    Ik begrijp er veel van, door dat gevlieg van mezelf.
    Op naar het volgende blog, hopelijk niet meteen het laatste!
    Lieverdjes, blijf genieten. Kuzz mams

  • 24 Mei 2014 - 18:31

    Ad En Clary:

    Hoi Kelly en Cleo,

    Genoten van je reisverslag. Je moet het uitgeven kun je een gedeelte van reis terug verdienen! Wij krijgen ook zin. Geniet nog maar.
    Liefs en 'vrolijke groet,
    Clary en Ad

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Kelly

Actief sinds 16 Jan. 2012
Verslag gelezen: 572
Totaal aantal bezoekers 39815

Voorgaande reizen:

10 Februari 2014 - 21 Juni 2014

Kleine wereldreis

03 Februari 2012 - 15 Juli 2012

Mijn eerste reis

Landen bezocht: